Duizenden jaren lang bestond het landschap in het zuidwesten van Drenthe en de aangrenzende delen van Overijssel en Friesland uit een uitgestrekte wildernis van hoogveenmoerassen, broekbossen en natte heidevelden. Slechts op enkele plekken woonden mensen, op de weinige zandruggen die boven deze moerassen uitstaken.
Pas in de loop van de middeleeuwen kreeg de mens echt greep op deze wildernissen en wisten duizenden kolonisten de moerassen te ontwateren en te ontginnen om ze daarna om te zetten in productief agrarisch gebied.
Hoe is die overgang destijds precies verlopen? Wie waren daarbij de initiatiefnemers en hoe gingen zij te werk? En hoe kunnen we in het huidige landschap nog de sporen zien van deze interessante geschiedenis? Dat zijn de vragen die Theo Spek op 14 maart zal proberen te beantwoorden aan de hand van allerlei vroeger en recent verricht onderzoek.
Prof.dr.ir. Theo Spek werkt als hoogleraar Landschapsgeschiedenis en hoofd van het Kenniscentrum Landschap bij de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is in Drenthe bekend vanwege zijn proefschrift over het Drentse esdorpenlandschap en ook de Landschapsbiografie van de Drentsche Aa. Afgelopen jaren begeleidde hij meerdere promovendi en studenten die onderzoek deden in de Fries-Drentse grensstreek.
De lezing vindt plaats in Dorpshuis Bastogne, Dwingelerweg 2, 7964 KK Ansen.
Zaal open: 19.15 uur. Start: 19:30 uur
Vooraf aanmelden is nodig en kan via: https://www.natuurmonumenten.nl/bezoekerscentrum-dwingelderveld/agenda/lezing-door-theo-spek-het-landschap-in-zuid-west-drenthe#2024-03-14T19:30
€7,-. Leden van Natuurmonumenten betalen €4,-